St. Antonius Abt Reek


De ramen

In de westgevel bevindt zich een drietal ramen dat in 1924 door Wilhelm Derix uit Goch (D) is geplaatst, nog vóór de algehele voltooiing van de kerk. Voorgesteld is Christus als rechter bij het Laatste Oordeel, met als nevenfiguren Adam en Eva.

De Christusfiguur is verheven en streng, en voldoet daarmee aan een kunstideaal dat begin twintigste eeuw terrein wint. Inspiratiebronnen zijn onder andere de Byzantijnse en romaanse kunst, en tot op zekere hoogte doet zich ook de invloed gelden van de Beuroner Schule. De Beuroner Schule is een religieuze kunstrichting, verspreid vanuit de benedictijnenabdij van Beuron in Duitsland, met als kenmerk een strenge stilering op basis van een geometrische ondertekening.

In Nederland kreeg de Beuroner Schule veel navolging. Het boek ‘Zur Ästhetik der Beuronder Schule’, van de grondlegger Desiderius Lenz (1832-1928), werd in het Nederlands vertaald als ‘Schoonheidsleer der Beuroner Kunstschool’. We weten dat de bouwpastoor van Reek, Xavier Smits, zich intensief met kunst bezighield en vertrouwd was met de ideeën van Lenz.

De vijf apsisramen zijn van het atelier F. Nicolas & Zonen uit Roermond en dateren uit 1926. Op het middelste raam, recht boven het altaar, is de ateliernaam ingebrand. De stijl van deze ramen is minder natuurgetrouw en gedetailleerd dan van de ramen die dit atelier tot dan toe vaak leverde. De meeste voorstellingen zijn tamelijk vlak gehouden, beperkt van kleur en hebben geen schaduwwerking. Sommige elementen zijn verrassend decoratief uitgewerkt, zoals graspollen of struikjes op de voorgrond. De gebrandschilderde omlijstingen en baldakijnen zijn niet flamboyant gotisch, zoals bij veel ramen uit de negentiende en vroege twintigste eeuw, maar soberder, passend bij de bouwstijl van de kerk.

Ook de goudgele ramen met vliegende engelenfiguren (1925-1926), in de lichtbeuk van het priesterkoor, zijn van het atelier F. Nicolas & Zonen.

Op de ramen van de rechterzijbeuk worden in 1926 door hetzelfde atelier mannelijke heiligen (martelaren van Gorcum) geportretteerd. Traditioneel is de linkerkant (noordzijde) van de kerk de vrouwenzijde, en de rechterkant (zuidzijde) de mannenzijde. Het beeldprogramma houdt daar rekening mee. Het glas in lood in de rechterzijbeuk is door een voltreffer in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. In 1980 zijn vervangende portretramen aangebracht in een meer tekenachtige stijl. Wie de kunstenaar is, is nog niet achterhaald.

Gelijktijdig zijn toen de vrouwelijke heiligenportretten aangebracht. In 1934 is de beglazing van de Mariakapel gerealiseerd en zijn tevens de ramen Lam Gods en Heilige Geest vervaardigd, hoogstwaarschijnlijk ook door het atelier F. Nicolas & Zonen.

De gebrandschilderde ramen in de kerk van Reek, voor zover afkomstig van F. Nicolas & Zonen, worden soms toegeschreven aan Max Weiss, die voor dit bedrijf werkte en vanaf 1940 de eigenaar was. Het zou dan om vroeg werk van hem gaan, in een minder schilderachtige stijl dan waarmee hij bekend is geworden. Archiefonderzoek heeft vooralsnog niet uitgewezen dat Max Weiss de maker is.

De glazeniers

F. Nicolas & Zonen

Frans Nicolas sticht in 1855 in Roermond een atelier voor gebrandschilderd glas. Aanvankelijk voert hij vooral restauratieopdrachten uit, maar al snel maakt hij ook veel nieuwe ramen.

Zijn samenwerking met de architect P.J.H. Cuypers, die talrijke kerken bouwt in die periode, draagt hier in belangrijke mate aan bij en zijn bedrijf groeit uit tot het grootste in zijn soort van Nederland. Aanvankelijk zijn de ontwerpen vooral van Frans Nicolas zelf, maar aan het eind van de negentiende eeuw worden ook andere – vaak buitenlandse – ontwerpers ingeschakeld.

Door de toegenomen vraag naar gebrandschilderd glas krijgt het atelier een fabrieksmatige organisatiestructuur. Zo worden het tekenen van het ontwerp, het vervaardigen van het karton (ontwerp op ware grootte), het glas snijden, alsmede het beschilderen, branden en in het lood zetten van de ramen door gespecialiseerde ambachtslieden uitgevoerd. De nadruk ligt op neogotisch werk, maar atelier F. Nicolas kan leveren in alle mogelijke stijlen. Er wordt garantie afgegeven voor de degelijkheid van het werk.

In 1880 worden de beide zonen van Frans, te weten Charles en Frans jr., vennoten in het bedrijf, dat voortaan de naam F. Nicolas en Zonen gaat voeren. Frans jr. is vooral werkzaam als ontwerper en Charles heeft de zakelijke leiding. Het atelier is actief in heel Nederland, maar ook over de grens en probeert zelfs voet aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten. Tal van glazeniers en kunstenaars vinden er een leerschool. Vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw vervaardigt ook Joep Nicolas, een zoon van Charles, ontwerpen voor het bedrijf. Hij ontwikkelt zich algauw tot een van de belangrijkste Nederlandse glazeniers van zijn tijd, met een beweeglijke, schilderachtige stijl waarin neogotiek geen rol meer speelt. Elementen uit de vrije kunst worden door hem in de glasschilderkunst geïntroduceerd.

De Duitser Max Weiss neemt het atelier over als Joep Nicolas in 1939 naar de Verenigde Staten emigreert.

Glasatelier Wilhelm Derix, Goch

Wilhelm Derix (1837-1919) vestigt in 1866 een glasatelier in Goch (D). Hij voert opdrachten uit in eigen land, maar ook daarbuiten. Van zijn talrijke kerkramen zijn er honderden voor Nederlandse kerken ontworpen en vervaardigd.

In 1908 vervaardigt hij voor het Vaticaan het raam ‘Christus benoemt Petrus tot eerste pauselijke herder’. Daarop volgen nog twee opdrachten voor ramen in de Sixtijnse Kapel te Rome. Glasatelier Wilhelm Derix mag voortaan het predicaat ‘Pauselijk Hofleverancier’ voeren.

Later, door familie-uitbreiding, is het bedrijf gesplitst in zelfstandige ondernemingen. Het bedrijf van Hein Derix te Kevelaer, net over de grens in Duitsland, heeft eveneens veel gebrandschilderde ramen geleverd aan kerken in Nederland.

meer informatie :

  • Carine Hoogveld : Glas in lood in Nederland 1817-1968
  • wikipedia

volgende :de verering van Antonius Abt
vorige :de geschiedenis van de kerk