St.Luciakerk Ravenstein


de ramen

Van de tien gebrandschilderde ramen in de St.-Luciakerk worden er vijf toegeschreven aan C. Bellot. Ze dateren uit 1929-1930. C. Bellot is vooralsnog een grote onbekende, maar de achternaam Bellot brengt ons wel op een interessant spoor. De Franse monnik-architect Paul Bellot maakte begin twintigste eeuw naam met een expressionistische kerkbouwstijl, ook in Nederland. Op een van de ramen in Ravenstein staat de naam L’Arche. Dat was een Frans kunstenaarsgenootschap, opgericht in 1917 door de architect Maurice Storez, waar Paul Bellot lid van was. Dat doet vermoeden dat hij op enigerlei wijze bij de beglazing van de St.-Luciakerk betrokken is geweest.

De vijf andere ramen zijn van 1946. De ontwerper is Piet Koppens, die voor deze opdracht samenwerkte met Pierre van Rossum. Het verhaal gaat dat door de beperkte financiële middelen vlak na de Tweede Wereldoorlog voor een relatief sober ontwerp moest worden gekozen. De uitvoering was in handen van Gérard de Bresser.

De glazeniers

Paul Bellot

Paul Bellot wordt in 1876 geboren in Parijs. In 1900 studeert hij af als architect aan de École des Beaux Arts. Twee jaar later treedt hij in bij de benedictijnen van Solesmes.

Zijn eerste grote opdracht krijgt hij in 1906. Het betreft de bouw van een abdij in het Nederlandse Oosterhout voor benedictijnen uit het Franse Wisques. Door antireligieuze wetgeving in Frankrijk voelen zij zich genoodzaakt in ballingschap te gaan. Pas in 1920 is het complex voltooid. Een tweede abdij naar ontwerp van Bellot is Quarr Abbey (1907-1914) op het Engelse eiland Wight. Hier leven de benedictijnen van Solesmes in ballingschap.

In 1921 krijgt Paul Bellot toestemming een architectenbureau op te zetten in de abdij van Oosterhout en gedurende bijna tien jaar zal hij een belangrijke bijdrage leveren aan de kerkelijke architectuur in Nederland. Hij bouwt kerken en kapellen in Noordhoek, Waalwijk, Eindhoven, Bloemendaal, Leerdam en Nijmegen.

In sommige gevallen ontwerpt Bellot zelf glas in lood voor zijn kerken.

De bouwstijl van Paul Bellot is te typeren als expressionisme. Baksteen is meestal het beeldbepalende materiaal, vaak in veelkleurige toepassing, maar er wordt ook gewapend beton gebruikt, zoals in de St.-Theresiakerk te Nijmegen uit 1927-1929 (afgebroken in 1993). Invloed van Bellot is terug te vinden bij zijn vaste medewerker Hendrik van de Leur (1898-1994) en bij Pierre Cuypers jr. (1891-1982), die kortstondig Bellots assistent is.

In 1928 keren de Franse monniken uit Oosterhout terug naar Frankrijk. Paul Bellot zet zijn bureau voort vanuit de abdij van Wisques. Vanaf 1939 verblijft hij op uitnodiging in Canada. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op het Europese continent is hij genoodzaakt in Canada te blijven. Europa zal hij niet meer terugzien, want hij overlijdt in 1944 te Montréal.

Piet Koppens

Piet Koppens wordt in 1907 in ’s-Hertogenbosch geboren. Hij studeert in zijn geboortestad aan de Koninklijke School, onder anderen bij Piet Slager (1871-1938). Koppens is aanvankelijk werkzaam als portretschilder, net als zijn leermeester, maar schakelt over op gebrandschilderd glas omdat daar meer vraag naar is.

Hij verhuist in 1934 naar Ravenstein, waar hij lesgeeft op de avondtekenschool. In 1958 volgt een verhuizing naar Nijmegen. Hier is hij als tekendocent verbonden aan de HBS en MTS. Hij overlijdt in 1977.

Behalve voor de St.-Luciakerk in Ravenstein vervaardigt Piet Koppens ook gebrandschilderde ramen voor Badhotel de Plasmolen en de kapel Onze Lieve Vrouw Sterre der Zee, beide in Plasmolen. De schildering op het koepelgewelf van de St.-Luciakerk realiseert hij in samenwerking met Jos ten Horn (1894-1956). Dit werk dateert uit 1935.


volgende : St. Lucia

vorige : de geschiedenis van de kerk