Franciscanessenklooster Nazareth, Oirschot
Sint-Franciscus, grondlegger van de orde der
franciscan(ess)en
Franciscus van Assisi wordt in 1181 geboren in Assisi, in de Italiaanse streek
Umbrië. Zijn eigenlijke naam luidt Giovanni, maar zijn vader, een lakenkoopman
die op dat moment in Frankrijk verblijft, geeft zijn zoon de koosnaam Francesco
(Fransman). Franciscus groeit op in welstand en heeft een uitgebreide vriendenkring.
Door krijgsgevangenschap en ziekte verandert zijn kijk op het leven.
Hij komt erachter dat hij alleen God werkelijk kan vertrouwen en raakt aangedaan
door het lot van armlastigen en melaatsen.
In Assisi restaureert hij eigenhandig het vervallen kerkje San Damiano, volgens de
legende nadat een sprekend kruisbeeld hem hierom had gevraagd. Voor de
restauratie van het kerkje gebruikt hij middelen van zijn vader zonder daarvoor
toestemming te vragen. Dit leidt tot ruzie en uiteindelijk neemt hij een radicale
beslissing: hij doet afstand van al zijn bezit, zelfs van zijn kleding.
In de tijd van Franciscus leeft arm en rijk strikt gescheiden van elkaar.
De adellijke jongeling Franciscus wordt niet geacht zich bezig te houden met
arbeid als broodwinning. En gelijkwaardig contact met de gewone man is niet
gebruikelijk in welgestelde en adellijke kringen. Dat Franciscus oog krijgt voor
bedelaars en armoedzaaiers die afhankelijk zijn van aalmoezen en goedgeefsheid
van welgestelden, is niet te rijmen met zijn achtergrond. Daarom roept zijn
houding weerstand op in welgestelde kringen.
Vanaf 1209 trekt hij rond in de omgeving van Assisi en predikt de liefde voor God,
mensen, dieren en de natuur in het algemeen. Iedereen die zijn pad kruist, spreekt
hij aan als broeder of zuster. Velen sluiten zich bij hem aan. Zij vestigen zich in
Portiuncula, buiten Assisi. Franciscus sticht daar het eerste franciscaner klooster
met de bijbehorende leefregel van armoede en soberheid. De franciscanen
(ook minderbroeders genoemd) verspreiden zich over heel Europa, later ook
over andere continenten. In 1228, twee jaar na zijn dood, wordt Franciscus heiligverklaard
door paus Gregorius IX.
Franciscus is bijna altijd afgebeeld met stigmata. Dat zijn wondtekens op handen,
voeten en in de zij die overeenkomen met de wonden die Jezus zijn toegebracht
toen hij werd gekruisigd. Het verhaal gaat dat sommige diepgelovigen zich
zodanig met de lijdende Jezus identificeren dat zij van hem de stigmata ontvangen.
Sint-Franciscus en vogels en vissen.
Sint-Franciscus en vogels en vissen
Vogels en vissen spelen in de overgeleverde en beeldgegeven verhalen over
Franciscus een rol.
In historisch perspectief gezien is de jacht op dieren voorbehouden aan de vorst
en de aristocratie. Zij hebben het recht op de ‘hoge jacht’, te weten: groot wild en
groot gevogelte.
Aan de boeren, burgers, koop- en ambachtslieden komt onder voorwaarden het
recht toe van de ‘lage jacht’. Daaronder vallen konijnen, hazen, en klein gevogelte.
18 De boeren bewerken de akkers en moeten daarbij het grootste deel van de oogst
afstaan aan de aristocratie. De lijfeigenen hebben geen enkele inbreng, hun
betekenis is nietig, volkomen ondergeschikt aan hun heer.
De aandacht van Franciscus voor vogels en vissen geeft de indruk, dat zijn nederigheid
geen vluchtige, maar een bewuste keuze is. Hij voelt zich verwant aan het
gewone volk.
De betekenis van de band tussen Franciscus en de vogels en vissen kan uit een
andere perspectief bekeken worden: de christelijke, de bijbelse.
Bij de evangelisten komt de uitspraak voor:
Zie de vogels in het veld; zij zaaien niet, zij maaien niet. Zij leggen geen voorraad aan.
Zij worden door God gevoed. Hoeveel meer bent u waard dan de vogels?
Lucas 12: 24 en Matteus 6:26-32
De vis is het symbool voor Jezus Christus. Het Griekse woord voor vis is Ichthus.
De letters zijn de beginletters van de volgende woorden.
I = Iesus = Jezus
CH = Christos = Christus
TH = Theou = Gods
U = Uios = Zoon
S = Soter = Redder
Een aantal apostelen,
volgelingen van Jezus, is
visser van beroep. In Jezus’
parabels (verhalen) komt
de vis als symbool voor de
mens voor. Hij zegt tegen
de eerste apostelen,
vissers, dat zij voortaan
niet alleen vissen zullen
vangen, maar ook mensen.
Beiden even talrijk.
Het
verhaal over de wonderbaarlijke
visvangst komt
voor in de bijbel, evenals
de wonderbaarlijke
vermenigvuldiging van vis
(en brood).
Vogels en vissen, nietig en
talrijk. Daarom waardeert
Franciscus deze wezens,
lijkt de symboliek.
meer informatie:
volgende : Architectuur kloostercomplex Nazareth
vorige : de geschiedenis van het klooster
|