Michaëlkerk, St. Michielsgestel


de geschiedenis van de kerk

De St.-Michaëlkerk aan de Nieuwstraat in St.-Michielsgestel is gebouwd tussen 1929 en 1931 ter vervanging van een waterstaatskerk uit 1839. Deze waterstaatskerk, die op het Petrus Dondersplein stond, was de opvolger van een laatgotische kerk uit het midden van de vijftiende eeuw, waarvan het koor in 1791 was afgebroken wegens bouwvalligheid en het schip in 1836 ernstige stormschade had opgelopen. De oude toren liet men staan, zij het zonder de afgewaaide spits. Kort na ingebruikneming van de nieuwe St.-Michaëlkerk in 1931 werd de waterstaatskerk gesloopt. De vijftiende-eeuwse toren werd ook deze keer gespaard en staat er nog altijd.

De architect van de St.-Michaëlkerk is Hendrik Willem Valk (1886-1973). De driebeukige basiliek heeft een westtoren met puntgevels en karakteristieke vierzijdige helmspits, en tevens een robuuste lantaarntoren. Aan weerszijden van de westtoren bevinden zich kleine ronde kapellen met kegeldak. De bouwstijl is een combinatie van expressionisme en traditionalisme, met ontleningen aan de gotiek. Kenmerkend is het ambachtelijk gebruik van baksteen, bijvoorbeeld voor de gewelven. Het koor heeft een omgang met bovengalerij.

Het gebouw is een fraai voorbeeld van een zogeheten ‘volkskerk’ of ‘christocentrische kerk’, een kerktype dat begin twintigste eeuw tot bloei komt. Ongehinderd zicht op het altaar is hierbij een belangrijk uitgangspunt. In de St.-Michaëlkerk is daarom het middenschip breed in verhouding tot de zijbeuken, die enkel fungeren als smalle loopgangen. De lichtinval is anders dan in neogotische kerken. In de apsis zijn geen glasramen geplaatst; de altaarruimte wordt vooral verlicht door hoge zijramen. Het schip heeft spitse paraboolbogen, wat een bijzondere ruimtewerking teweegbrengt.

meer informatie :


volgende : de glazenier