St. Lambertus, Lithgeschiedenis van de kerkIn 1671 draagt het bisdom Luik de heerlijkheid Lith over aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Voortaan is alleen de hervormde godsdienst officieel toegestaan. De katholieke gemeenschap van Lith moet haar kerkgebouw afstaan en uitwijken naar een zogenoemde schuurkerk. De godsdienstoefeningen mogen niet vanaf de openbare weg gehoord of gezien worden. In 1798 krijgen de katholieken in die plaatsen waar zij ‘de relatieve meerderheid van zielen zullen uitmaken’ het recht om hun voormalige parochiekerken weer in bezit te nemen. Dat gebeurt in Lith, omdat het aantal katholieken hier 989 telt tegen 62 hervormden. De hervormden tekenen hiertegen tevergeefs verzet aan. Van de kerk is rond 1800 slechts een gedeelte overgebleven. De katholieken blijven daarom gebruikmaken van hun schuurkerk, die in 1784 aan de voorzijde is vergroot en plaats biedt aan vijfhonderd personen. Zodoende blijft de teruggegeven kerk tot 1803 ongebruikt. De hervormden beschikken niet meer over een geschikt kerkgebouw en zijn genoodzaakt de overgedragen kerk te huren van de katholieken. In 1843 komt voor de katholieken een aan St. Lambertus gewijde ‘waterstaatskerk’ met pastorie gereed. Het is een rechthoekig gebouw in neoclassicistische stijl met een klein torentje aan de achterzijde. De pastorie bestaat nog steeds. ‘Waterstaatskerk’ is de benaming voor kerken die tussen 1824 en 1875 door het Ministerie van Waterstaat worden gebouwd. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het begrip ‘waterstaatskerk’ niet noodzakelijkerwijs met neoclassicisme verbonden. Na beschadiging als gevolg van diverse overstromingen, wordt de kerk in 1900 vervangen. De nieuwe St.-Lambertuskerk is een ontwerp van C.J.H. Franssen (1860-1932), een leerling van de bekende architect P.J.H. Cuypers uit Roermond. Het neogotische gebouw is nog steeds in gebruik. Het is een driebeukige, in baksteen uitgevoerde kruiskerk met gemetselde gewelven. De toren met aangebouwde traptoren telt vier geledingen, heeft een omgang aan de buitenzijde en steunberen die eindigen in een pinakel. De koorsluiting is vijfzijdig. Op de kruising van schip en transept staat een dakruiter. Sommige inventarisstukken zijn afkomstig uit de afgebroken waterstaatskerk. meer informatie : volgende : de glazeniers |
![]() |