Maria Magdalena, Geffende ramenDe kerk bezit acht glas-in-loodramen uit verschillende periodes. Een drietal hoge gebrandschilderde ramen in neogotische stijl bevindt zich in de apsis van het priesterkoor. Ze zijn verdeeld in een beneden- en bovenzone. De benedenzone biedt plaats aan twee heiligen, de bovenzone aan een verhalende scène. Zoals gebruikelijk bij dit soort ramen worden de heiligen en de scènes gecompleteerd met fantasievolle baldakijnen in gotische stijl. In het midden bevindt zich het oudste van de drie ramen. Het is vervaardigd in het atelier van F. Nicolas en Zonen, zoals de signatuur vermeldt, en geplaatst in 1895. De ramen aan weerszijden hiervan zijn van latere datum en duidelijk van een andere hand, waarschijnlijk wel uit hetzelfde atelier. Het rechterraam is van 1910, het linkerraam zal rond dezelfde tijd gemaakt zijn. In het kerkportaal bevindt zich het Bevrijdingsraam uit 1948 van Pierre van Rossum. De drie kleine glas-in-loodramen in de in 1937 aangebouwde doopkapel zouden gezien de stijl van dezelfde kunstenaar kunnen zijn. Dit is echter nergens specifiek vermeld. Het schilderachtige raam in de Mariakapel, een herinnering aan het zevenhonderdjarig bestaan van Geffen in 1998, is ontworpen en vervaardigd door Huub Kurvers. De glazeniersF. Nicolas en Zonen Frans Nicolas sticht in 1855 in Roermond een atelier voor gebrandschilderd glas. Aanvankelijk voert hij vooral restauratieopdrachten uit, maar al snel maakt hij ook veel nieuwe ramen. Zijn samenwerking met de architect P.J.H. Cuypers, die talrijke kerken bouwt in die periode, draagt hier in belangrijke mate aan bij en zijn bedrijf groeit uit tot het grootste in zijn soort van Nederland. Aanvankelijk zijn de ontwerpen vooral van Frans Nicolas zelf, maar aan het eind van de negentiende eeuw worden ook andere – vaak buitenlandse – ontwerpers ingeschakeld. Door de toegenomen vraag naar gebrandschilderd glas krijgt het atelier een fabrieksmatige organisatiestructuur. Zo worden het tekenen van het ontwerp, het vervaardigen van het karton( ontwerp op ware grootte), het glas snijden, alsmede het beschilderen, branden en in het lood zetten van de ramen door gespecialiseerde ambachtslieden uitgevoerd. De nadruk ligt op neogotisch werk, maar atelier F. Nicolas kan leveren in alle mogelijke stijlen. Er wordt garantie afgegeven voor de degelijkheid van het werk. In 1880 worden de beide zonen van Frans, te weten Charles en Frans jr., vennoten in het bedrijf, dat voortaan de naam F. Nicolas en Zonen gaat voeren. Frans jr. is vooral werkzaam als ontwerper en Charles heeft de zakelijke leiding. Het atelier is actief in heel Nederland, maar ook over de grens en probeert zelfs voet aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten. Tal van glazeniers en kunstenaars vinden er een leerschool. Vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw vervaardigt ook Joep Nicolas, een zoon van Charles, ontwerpen voor het bedrijf. Hij ontwikkelt zich algauw tot een van de belangrijkste Nederlandse glazeniers van zijn tijd, met een beweeglijke, schilderachtige stijl waarin neogotiek geen rol meer speelt. Elementen uit de vrije kunst worden door hem in de glasschilderkunst geïntroduceerd. De Duitser Max Weiss neemt het atelier over als Joep Nicolas in 1939 naar de Verenigde Staten emigreert. Pierre van Rossum Na de lagere school in Herpen en Oss, ging Pierre van Rossum (1919-2003) naar het Canisiuscollege in Nijmegen en vervolgens naar de kunstacademie in Arnhem. Praktijkervaring deed hij op bij de bekende glazenier Joep Nicolas en de firma Gebroeders Den Rooijen, beide in Roermond. Later vestigde hij zich als zelfstandig glazenier in Kampen. Uit 1943 dateren twee ramen met de beeltenissen van St. Hubertus en St. Sebastianus, de patroonheiligen van Van Rossums geboortedorp Herpen. Deze zijn in het Museum voor Vlakglas- en Emaillekunst in Ravenstein ondergebracht. Tezelfdertijd ontstonden zes gebrandschilderde ramen voor de St.-Sebastianuskerk in Herpen, gefinancierd door zijn vader. Vijf van deze ramen zijn niet meer aanwezig. Ook voor het ouderlijk huis aan de Rogstraat maakte de kunstenaar een raam. Niet ver van Herpen zijn ramen van zijn hand te vinden in de St.-Luciakerk te Ravenstein (in samenwerking met Piet Koppens), de H. Maria-Magdalenakerk te Geffen en de kapel van Onze Lieve vrouw van Zeven Smarten te Megen. Zijn ramen in de bedevaartskapel St.-Anna in Koolwijk zijn verwijderd. Ook elders in Noord-Brabant was Van Rossum werkzaam. Zo vervaardigde hij de complete beglazing van de St.-Servatiuskerk in Borkel (bij Valkenswaard) en een gedenkraam voor het Bisschoppelijk Paleis in ’s-Hertogenbosch. Omdat Van Rossum veel opdrachten kreeg uit Noord-Amerika, emigreerde hij in 1956 met zijn gezin naar Canada en later naar de USA. Daar ontstonden vooral gebrandschilderde ramen, maar ook wandschilderingen, mozaïeken en grafiek. Hij voerde opdrachten uit voor de kathedraal van Washington en diverse overheidsgebouwen. Huub Kurvers Huub Kurvers (1940-2010) studeerde van 1958 tot 1962 aan de Stadsacademie voor Toegepaste Kunst in Maastricht. Van 1964 tot 1966 volgde hij een opleiding tot restaurator van gepolychromeerde beelden, schilderijen en wandschilderingen bij de Rheinische Denkmalpflege in Bonn, gevolgd door een verdere opleiding in Zwitserland van 1966 tot 1967. Van 1970 tot 2005 was hij als landelijk adviseur voor de conservering en restauratie van schilderingen in dienst bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist (tegenwoordig Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort). Vanaf 1980 combineerde hij zijn baan bij de Rijksdienst met werkzaamheden als zelfstandig ontwerper van voornamelijk glas-in-loodramen. In deze laatste hoedanigheid maakte hij ontwerpen voor onder andere de Grote Kerk in Zwolle, de Grote Kerk in Haarlem, de St.-Servaaskerk in Maastricht, de St.-Christoffelkathedraal in Roermond, de H.H. Marcelinus en Petruskerk in Geleen en de Grote Kerk in Apeldoorn. meer informatie :
volgende : Maria Magdalena |