St.Vincentiuskerk Deursen


de ramen

In het kerkportaal bevinden zich drie kleine gebrandschilderde glas-in-loodramen. Voorgesteld zijn de beschermheilige van de kerk en de letters alfa en omega. Deze ramen zijn in de late negentiende of vroege twintigste eeuw vervaardigd, waarschijnlijk in het Roermondse atelier F. Nicolas & Zonen.

De meeste ramen in de St.-Vincentiuskerk zijn ontworpen door de dominicaner pater Raymundus van Bergen en dateren uit de jaren 1921-1925. De uitvoering was in handen van het glasatelier H. Derix in Kevelaer (D). De drijvende kracht achter de beglazing was pastoor Adrianus Petrus Hamers (1871-1929), die bekendheid genoot als componist en schrijver van geestelijke liederen.

Hamers’ ruime culturele belangstelling verklaart waarom hij direct na zijn benoeming in Deursen, in 1918, werk maakt van de verfraaiing en kunstzinnige aankleding van het kerkgebouw. In 1919 krijgt de tot dan toe stompe toren een spits. In de jaren hierna worden de gebrandschilderde ramen geplaatst, maar ook nieuwe beelden en kerkbanken.

Opvallend is dat de ramen in de zijwanden van priesterkoor en schip, in tegenstelling tot die in de apsis, slechts ten dele uit kleurrijk glas bestaan. Kleurige heiligenfiguren zijn omgeven door rechthoekige ruitjes van wit en lichtgetint glas, een ongewone tegenstelling. Dit is het gevolg van een ingrijpende renovatie in 1969 – in opdracht van het kerkbestuur uitgevoerd door Atelier Brabant uit Tilburg – waarbij de figuren als het ware zijn ‘uitgeknipt’. Op oude foto’s is te zien dat de ramen oorspronkelijk helemaal uit gebrandschilderd glas bestonden en daardoor meer samenhang vertoonden. Door de renovatie, waarbij onder meer de namen van de heiligen van het glas verdwenen, weten we in een aantal gevallen niet meer wie er zijn voorgesteld.

De glazeniers

F. Nicolas & Zonen

Frans Nicolas sticht in 1855 in Roermond een atelier voor gebrandschilderd glas. Aanvankelijk voert hij vooral restauratieopdrachten uit, maar al snel maakt hij ook veel nieuwe ramen.

Zijn samenwerking met de architect P.J.H. Cuypers, die talrijke kerken bouwt in die periode, draagt hier in belangrijke mate aan bij en zijn bedrijf groeit uit tot het grootste in zijn soort van Nederland. Aanvankelijk zijn de ontwerpen vooral van Frans Nicolas zelf, maar aan het eind van de negentiende eeuw worden ook andere – vaak buitenlandse – ontwerpers ingeschakeld.

Door de toegenomen vraag naar gebrandschilderd glas krijgt het atelier een fabrieksmatige organisatiestructuur. Zo worden het tekenen van het ontwerp, het vervaardigen van het karton, het glas snijden, alsmede het beschilderen, branden en in het lood zetten van de ramen door gespecialiseerde ambachtslieden uitgevoerd.

De nadruk ligt op neogotisch werk, maar atelier F. Nicolas kan leveren in alle mogelijke stijlen. Er wordt garantie afgegeven voor de degelijkheid van het werk.

In 1880 worden de beide zonen van Frans, te weten Charles en Frans jr., vennoten in het bedrijf, dat voortaan de naam F. Nicolas en Zonen gaat voeren. Frans jr. is vooral werkzaam als ontwerper en Charles heeft de zakelijke leiding. Het atelier is actief in heel Nederland, maar ook over de grens en probeert zelfs voet aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten. Tal van glazeniers en kunstenaars vinden er een leerschool.

Vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw vervaardigt ook Joep Nicolas, een zoon van Charles, ontwerpen voor het bedrijf. Hij ontwikkelt zich algauw tot een van de belangrijkste Nederlandse glazeniers van zijn tijd, met een beweeglijke, schilderachtige stijl waarin neogotiek geen rol meer speelt. Elementen uit de vrije kunst worden door hem in de glasschilderkunst geïntroduceerd.

De Duitser Max Weiss neemt het atelier over als Joep Nicolas in 1939 naar de Verenigde Staten emigreert.

Raymundus van Bergen

Pater Raymundus (ook wel Raymund of Raymond) wordt in 1883 als Fons van Bergen geboren in ’s-Hertogenbosch. Raymundus is zijn kloosternaam. In 1910, na zijn intrede in de dominicaner orde, krijgt hij toestemming een opleiding te volgen aan de kunstacademie in Düsseldorf. Tijdens de Eerste Wereldoorlog keert hij terug naar Nederland en vanaf 1919 woont hij in het dominicanenklooster in Zwolle. Hij zal tot zijn dood in 1978 niet meer verhuizen.

In 1918 ontwerpt Raymundus van Bergen zijn eerste gebrandschilderde ramen voor de door dominicanen gebouwde St.-Jozefkerk in Alkmaar. Hij vindt inspiratie bij kunstenaars die ‘de monumentalen’ worden genoemd. Zij willen de glasschilderkunst beter op de architectuur laten aansluiten door een tweedimensionale beeldopbouw en door stilering van de figuren. Vooral Jan Toorop, wiens Apostelraam in Nijmegen (1915) als baanbrekend wordt beschouwd, maakt indruk op Van Bergen.

De ramen van Raymundus van Bergen uit de jaren twintig en dertig maken met hun vaak frontaal geplaatste figuren een monumentale indruk. De tekening is eenvoudig en streng, en de loodstrips volgen de contouren. De heiligenramen in Deursen uit 1921-1925 zijn hiervan een voorbeeld.

Geleidelijk laat Van Bergen meer ruimtelijkheid toe en de strengheid van de figuren neemt ietwat af, vooral na de Tweede Wereldoorlog. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in de St.-Lambertuskerk te Hengelo (Ov.) (1945-1949) en de St. Petrus en Pauluskerk te Goor (na 1945).

Glasatelier Derix

Het glasatelier Hein Derix in Kevelaer is in de negentiende eeuw opgericht als afsplitsing van atelier Wilhelm Derix in Goch. Behalve in Duitsland heeft Derix eind negentiende en begin twintigste eeuw ook in Nederland veel kerkramen geleverd.

De oprichters van het atelier leerden het ambacht van Friedrich Stummel (1850-1919), indertijd een vooraanstaand kunstenaar, woonachtig in Kevelaer. Veel van de door Friedrich Stummel gemaakte ontwerpen zijn ook na zijn dood door Derix nog gebruikt.

Het nog altijd bestaande glasatelier heeft de afgelopen decennia samengewerkt met bekende kunstenaars als Markus Lüpertz, Joachim Klos, Jochem Poensgen, Ludwig Schaffrath, Johannes Schreiter en Hubert Spierling.

meer informatie :

  • Carine Hoogveld : Glas in lood in Nederland 1817-1968
  • wikipedia


volgende : St. Vincentius

vorige : de geschiedenis van de kerk